Supported

Feest! Voor alle kinderen van Nederland

Feest! Weet wat je viert

Feest! Voor alle kinderen van Nederland

Museum Catharijneconvent, Utrecht Visit website
Grant: Heritage Innovation Participating parties: Museum Catharijneconvent, Bijbels Museum, Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, Zuiderzeemuseum, Nederlands Openluchtmuseum, Kasteel Huis Bergh, Joods Historisch Museum, Museum voor Religieuze Kunst, Stichting Oude Groninger Kerken en het Limburgs Museum Year granted: 2016 Granted: € 200.000

Feest! Voor alle kinderen van Nederland is in 2013 door Museum Catharijneconvent en het Bijbels Museum gestart. Met het project willen de musea kinderen inzicht geven in de herkomst, traditie, betekenis en waarden van religieuze feesten in Nederland en de invloed daarvan op de samenleving. Dat is belangrijk voor de sociale cohesie in Nederland en cruciaal wanneer we zien wat er nu allemaal in de wereld gebeurt. Inmiddels is de samenwerking uitgebreid met andere musea, niet-museale partners, erfgoedgemeenschappen en monumentenorganisaties. Ook de regionale spreiding wordt geïntensiveerd, waarbij de ambitie wordt geformuleerd dat elk kind in Nederland in de buurt naar een museum kan gaan om aan de hand van kunst en erfgoed te ontdekken wat de feesten betekenen die in Nederland gevierd worden.

Thema’s: publieksbereik, educatie
Deelnemende partijen: Museum Catharijneconvent, Bijbels Museum, Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, Zuiderzeemuseum, Nederlands Openluchtmuseum, Kasteel Huis Bergh, Joods Historisch Museum, Museum voor Religieuze Kunst, Stichting Oude Groninger Kerken en het Limburgs Museum
Bijdrage Mondriaan Fonds: € 200.000

ERVARINGEN BIJ SAMENWERKEN:
Persoonlijke omgang van groot belang bij langdurige samenwerking

Het programma ‘Feest’ geeft kinderen inzicht in de herkomst, traditie, betekenis en waarde van religieuze feesten. Programmaleider Dimphy Schreurs van Museum Catharijneconvent bouwt aan een netwerk van partners, “zodat dit cultureel erfgoed wordt ontsloten voor kinderen in heel Nederland”.
(tekst Edo Dijksterhuis)

Hoe is het project ontstaan?
“Religieuze feesten zijn al sinds 2007 succesvol onderdeel van de vaste opstelling in het Catharijneconvent. Aan de hand van een laagdrempelig haakje kun je grote onderwerpen aansnijden. Uit onderzoek bleek dat er ook landelijk behoefte was aan zo’n programma. In 2013 zijn we de begonnen met onze eerste partners: het Bijbels Museum en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. Nu zitten we op zes partners en het worden er uiteindelijk twaalf.”

Welke meerwaarde heeft samenwerking?
“We kunnen niet alle scholieren van Nederland naar Utrecht laten komen. Bovendien is het veel interessanter zo’n project met anderen te doen. Het levert verschillende perspectieven op, lokale feesten en rituelen krijgen bijvoorbeeld ook een plaats.”

Aan welke criteria moeten partners voldoen?
“Inhoudelijk moeten ze aansluiten. En ze moeten minstens vijf jaar meedoen, waarbij dit één van hun belangrijkste educatieve projecten is. Maar daar krijgen ze ook veel voor terug. Wij betalen de programma’s die worden ontwikkeld. En de partners delen in landelijke pr, lesmateriaal, en de digibordmodule die we hebben ontwikkeld. Het scheelt educatoren een hoop werk. En ze hebben er in één klap een aantal collega’s bij met wie ze kunnen sparren.”

Hoe is de samenwerking georganiseerd?
“Als programmaleider heb ik een regisseursrol. Programma’s worden altijd ontwikkeld door middel van co-creatie. Ik lever kennis en inspiratie, koppel partners ook onderling aan elkaar, maar de partners maken hun eigen projecten. Anders beklijft het niet.”

Dit project loopt tien jaar. Waarom zo lang?
“Wij hebben bewust gekozen voor duurzaamheid omdat het een programma is dat lang mee kan. Het is wel het langstlopende educatieproject ooit. Dat is spannend. Je weet niet wat er gebeurt als er ergens een nieuwe directeur komt of er een beleidswijziging plaatsvindt.”

Welke lessen zijn te trekken uit dit nieuwe format?
“Bij een éénjarig project doet persoonlijke omgang er minder toe. Maar bij zo’n langlopende samenwerking is het erg belangrijk dat je elkaar goed begrijpt. Transparantie is daarbij cruciaal. Je moet elkaar ook kunnen vertellen wat niet goed gaat.”