Click here for English
In haar werk bevraagt Nolwenn Vuillier (1991) de manier waarop we onze omgeving opdelen in cultuur en natuur. Doelbewust vermengt ze deze twee schijnwerelden in haar kunst. Haar multidisciplinaire praktijk ontstaat in co-creatie met de ‘natuur’ en vertroebelt daarmee traditionele verbeeldingen van landschappen. Omgekeerd treden haar kunstprojecten vaak buiten de kunstruimte. Zo maakte ze een datingprofiel aan voor planten die wij als onkruid beschouwen en voerde namens hen gesprekken met online matches.
Op Prospects toont Vuillier een drempelvormige sculptuur uit de serie Philter (2024). Op het eerste gezicht valt vooral de strakke vorm op, die contrasteert met het organische materiaal: mest. Van dichtbij is de geur nog te ruiken. Ook dit werk trad buiten de gebaande kunstpaden: voorafgaand aan de tentoonstelling infiltreerde de sculptuur de stedelijke omgeving. Onopvallend verving Vuillier tijdelijk een gewone voordeurdrempel ermee. Wie eroverheen liep, bemestte ongemerkt de wilde begroeiing in de stad. Geleidelijk erodeerde de drempel door de vele voetstappen tot de gepolijste minimalistische sculptuur die het nu is.
Daarnaast toont Vuillier op Prospects tekeningen uit de serie Bermpamfletten (2023-doorlopend), ontstaan tijdens een residentie bij Drawing Centre Diepenheim. Bermen – de smalle stroken wildgroei ingeklemd tussen wegen en velden – staan bol van soorten die elders niet overleven door de monocultuur van de landbouw. De tekeningen zijn transcripties van de sporen en gaatjes die insecten op bladeren achterlieten, als een oproep tot verzet in een taal die wij niet machtig zijn.
Tekst: Esmee Postma