Hieronder lees je het transcript van de aflevering van de Mondriaan Fonds podcast: Kunst Opdracht.
Marc Nijhuis: Dit is de Mondriaan Fonds podcast, waarin de verschillende financieringsmogelijkheden voor de beeldende kunst en erfgoed centraal staan. In deze aflevering hebben we het over de Kunst Opdracht regeling en alles wat te maken heeft met een goede kunstopdracht. Welke financieringsmogelijkheden zijn er met de regeling? Hoe creëer je de perfecte samenwerking met de kunstenaar? En wat is er allemaal mogelijk met de kunst in de publieke ruimte? Vandaag gaan we er alles over horen.
Bonnie Dumanaw: De Kunst Opdracht is een regeling voor tal van organisaties. Je kunt het eigenlijk zo gek niet bedenken. Het kunnen ziekenhuizen zijn, maar ook kleine schooltjes, Verenigingen van Eigenaren, kerken, parkeergarages. Hebben we ook wel eens meegemaakt. Het geeft die organisaties gewoon een kans om nieuw werk te realiseren voor beeldend kunstenaars. In bijvoorbeeld de openbare ruimte, maar dat kan natuurlijk ook binnen de muren van een museum zijn. Als het maar zichtbaar is voor een publiek.
Marc: Dit is Bonnie, senior projectmedewerker bij het Mondriaan Fonds. Mocht je aan het einde van de podcast denken: ik wil wel meer weten over die Kunst Opdracht, dan moet je dus bij Bonnie zijn. Zij weet echt alles van de regeling.
Bonnie: Ik vind de Kunst Opdracht een van de leukste regelingen. Het interacteert altijd zo’n kunstopdracht. Het roept een reactie op van een publiek. Of dat nou festivalgangers zijn, passanten, kinderen op een school, voorbijgangers. Het levert eigenlijk altijd een gesprek op, zo’n kunstwerk in de openbare ruimte.
Marc: De Kunst Opdracht is dus voor allerlei instellingen en organisaties. Zo ook voor middelbare scholen. We gaan naar Waalwijk, naar het Dr. Mollercollege. Ook zij hebben gebruik gemaakt van de regeling.
Marc: Hé, maar wat vinden jullie van het kunstwerk?
Scholier (naam niet gespecifieerd): Ik vind het heel erg mooi, want het is goud en ik hou van goud.
Marc: En hoe zou jij het omschrijven?
Scholier (naam niet gespecifieerd): Het is een paaldanseres. Paaldanser van Star Wars. Ik had het idee als ze zo naar boven klimt, dat je dan hoger in je cijfers komt en dat dat motivatie geeft. Die is echt goed.
Marc: Een markant beeldhouwwerk maakt de tongen los op het Dr. Mollercollege in Waalwijk. Ik wil er meer over weten en stap naar binnen.
Marc: Dag.
Kees Maas: Hé, welkom. Je was al volop bezig, begreep ik.
Marc: Ik werd overladen. Goeiedag, Mark Nijhuis.
Kees: Hé, Kees Maas. Ja, ja, ja. Goeiedag.
Marc: En Guido Geelen.
Guido: Ja, goeiedag.
Marc: Kees Maas, schooldirecteur en opdrachtgever. En Guido Geelen, de maker van het kunstwerk. Prominente kunst op een middelbare school. Het kan. Zelfs met de nodige financiële uitdagingen. Dat blijkt door deze bijzondere samenwerking.
Kees: We bestonden honderd jaar. Ja, in mijn beleving hoort daar een cadeau bij. Wel een uitstekende aanleiding om te proberen iets van prominente kunst, want dat zou het dan ook moeten zijn. Je bestaat maar één keer honderd jaar, in huis te halen. We hebben de koppen bij elkaar gestoken en tot onze verrassing hebben we in een vrij korte tijd veel weten te bereiken.
Marc: En waar kan de kunst nou beter tot z’n recht komen dan in het hart van de school?
Kees: We gaan het atrium in, een hele grote ruimte met een behoorlijke hoogte, waar niet veel in te beleven valt anders dan dat het kleurrijk is. En toen ontstond wel het idee, zouden we daar iets aan kunnen toevoegen? En van daaruit is er verder gedacht, van het een kwam het ander en uiteindelijk kwamen we uit bij een beeld van Guido Geelen.
Guido: Ik kreeg een mailtje of we een keer iets konden afspreken. Ik heb meteen gebeld. En het mooie was eigenlijk dat, een paar dagen later waren ze al in m’n atelier. Maar zij hadden ook niet meteen een idee waar het naartoe zou gaan. Want ze hadden het voor zichzelf bedacht. Ja, ze wilden inderdaad iets voor, de grote, entreehal. Dan komt er in die hal een vitrine. En dan was de vraag of ik iets wou maken voor in die vitrine. Ik denk van ja, een vitrine, dat gaat niet werken. Ja, ik schakel dan vrij snel. We zijn eigenlijk meteen in de auto gestapt en hier naartoe gereden. En ik denk van ja, als je hier iets wilt maken. Ik had al vrij snel dat het dan een hangend beeld moest worden. Of in elk geval niet op de vloer. Want er is gewoon geen plek op de vloer. Waar zeg maar een kleine 2000 leerlingen rondlopen. Ja, maar ik zeg van ja, wat is dan het budget?
Marc: Budget. Een struikelblok waardoor veel organisaties uiteindelijk niet eens beginnen aan kunst. Zonde, want er is van alles mogelijk.
Kees: En een van de eerste vragen die je dan hebt is van, kunnen we dat überhaupt wel betalen? Als het prominente kunst moet zijn, dan heb je het over veel geld.
Marc: En daar kan het Mondriaan Fonds uitkomst bieden. Het kan dus snel gaan en de mogelijkheden zijn eindeloos. Maar over hoeveel budget hebben we het eigenlijk, Bonnie?
Bonnie: Ja, dat wisselt heel erg. Dat is erg moeilijk te zeggen. We hebben wat dat betreft ook niet een maximumbedrag wat we kunnen bijdragen. Het is wel zo dat we maximaal 50 procent van de productiekosten kunnen ondersteunen. Dat kan al vanaf een paar 1000 euro. Wat wel belangrijk is, dat je als opdrachtgever dus 50 procent zelf moet bijdragen. En dat kan in de vorm van een eigen bijdrage, dus eigen geld, maar het kan ook in de vorm van sponsoring of door een inzamelingsactie, een crowdfunding. In het geval van Dr. Mollercollege is het zo dat zij de plaatselijke Rabobank bereid hebben gevonden om het werk financieel te ondersteunen.
Kees: En jouw tip toen van het Mondriaan Fonds, helemaal niet bij stilgestaan. Laten we eerlijk wezen, eerlijk is eerlijk het Mondriaan Fonds als schooltje in Waalwijk? Ja, dat is niet voor ons, hè? Maar waar niet geschoten is, is altijd mis natuurlijk.
Marc: Voor wie is de regeling eigenlijk? Moet je al een beetje in de kunstwereld verkeren?
Bonnie: Je hoeft dus geen verstand te hebben van kunst of ervaring binnen de kunstwereld. De regeling Kunst Opdracht is er voor allerlei soorten opdrachtgevers. Dat kan een Vereniging van Eigenaren zijn, van twee mensen. Je kunt in een dorpsraad zitten of onderdeel zijn van de gemeente. Het Mondriaan Fonds kan je ondersteunen in zowel de ontwikkelfase als in de realisatiefase.
Kees: En het Mondriaan Fonds heeft uiteindelijk welwillend beschikt.
Marc: Maar wat voor fruit kan het opleveren in de praktijk? Op naar het kunstwerk.
Marc: Ondertussen staan we onder jouw beeld.
Kees: De Dromenjager. Ja, zoals onze leerling dat bedacht heeft.
Guido: Ja, ik zag dat gekrioel met die leerlingen. Dus ik vond, zo’n ledenpop vond ik een heel mooi gegeven. Dat zijn van die houten poppetjes die je kunt gebruiken als model als je gaat tekenen of als je gaat boetseren. Een ledenpop heeft geen sekse, is niet oud, het is niet jong. Dus dat kan alle kanten op. En niet te vergeten, het is verguld.
Kees: Inderdaad een ledenpop die zich, zoals je in een touw zou klimmen min of meer, aan het omhoog werken is of afdaalt. De blik gericht iets omhoog naar de lucht die door de vensters is te zien. Richting de vrijheid, denk ik dan ook wel een beetje.
Guido: Ja, dat is interpretatie zullen we maar zeggen.
Kees: Ja, maar dat mocht hè?
Guido: Ja, ja, ja. Daar ga ik niks op zeggen.
Marc: Kees, hoe reageert men op het werk?
Kees: Ik vind het helemaal niks. Omdat je daar zoveel geld voor betaalt zeg. Tjonge jonge jonge. Prachtig, prachtig. Oh, wat is dit een aanwinst voor de school. Ja, en daartussenin beweegt het zich. En dat mag. Als kunst niet een klein beetje schuurt, links en rechts, dan heeft het niet z’n werking, waarvan ik dan vind dat het die moet hebben. Het roept een gesprek op, je hebt het met elkaar over. Nou, voorwaarde is een groot woord, maar dat is het enige wat ik dacht van dat moet wel gaan gebeuren. We moeten iets in huis halen waar mensen tenminste iets van vinden.
Scholieren (namen niet gespecifieerd): Dromenjager. Dromenjager. Nee, Gideon de Gouden. De Gouden Neanderthaler. Je loopt naar boven op de trap, je kijkt naast je, boem, klimmen. Een gouden gast, die naar boven klimt. Ik weet niet of hij naakt is, maar ik vind het een beetje raar. De hele rare handen. Nou, hij mag nog eentje maken, maar dan aan die kant. Ja.
Marc: Prachtig werk. Het roept in ieder geval tal van reacties op. Bonnie, waar letten jullie eigenlijk op bij de aanvraag van opdrachtgevers? Wat zijn de criteria?
Bonnie: Zo’n regeling Kunst Opdracht heeft natuurlijk een aantal criteria. Wij kijken naar de opdrachtgever zelf. De opdracht zelf is belangrijk. En krijgt de kunstenaar voldoende vrijheid om een eigen invulling te geven. Ik denk wel dat het belangrijk is dat zo’n kunstopdracht ook echt zichtbaar is. Omdat het Mondriaan Fonds het belangrijk vindt om die relatie tussen beeldende kunst en het publiek ook daadwerkelijk tot stand te laten komen.
Marc: Zichtbaarheid, de publieke ruimte. Iemand die veel ervaring heeft met kunst in de openbare ruimte is Annemieke van Wegen-Delhaas. Zij houdt zich bezig met citybranding in Rotterdam… Waarbij ze veel samenwerkt met verschillende kunstenaars, die ze voornamelijk veel de ruimte geeft.
Annemieke: Citybranding is geen promotie. Citybranding is werken vanuit de waarden van de stad Rotterdam. En vervolgens vertaal je die door naar beleid, programma’s, producten, zoals events bijvoorbeeld. En daar komen dan als het goed is mooie dingen uit, die heel erg goed passen bij je stad en de mensen die er wonen.
Marc: Dus je matcht de waarde van de stad Rotterdam vanuit jouw rol en het evenement of hetgeen je aan het ontwikkelen bent?
Annemieke: Ja, of wat je voor ogen hebt.
Marc: In hoeverre is kunst daarin een belangrijk onderdeel?
Annemieke: Voor mij heel belangrijk, want kunst is niet per se een antwoord of een middel. Kunst is in principe autonoom. Kunst laat mensen naar zaken kijken van vandaag of problemen kijken op een andere manier. Wat je soms niet kan uitleggen, maar je voelt het wel. En daar kun je hele mooie dingen mee bereiken. Dus ik werk heel erg graag met kunstenaars. Die leg ik als het ware een probleem voor. En die laat ik dat dan oplossen. Maar dat doe ik wel echt altijd met respect voor de kunst an sich. Het autonome karakter van kunst.
Marc: En dat is precies waar de Kunst Opdracht regeling voor bedoeld is, toch Bonnie?
Bonnie: Beeldende kunst wordt op vele manieren ingezet. Dat kan zijn voor de gebiedsontwikkeling, of het kan zijn om de cohesie in een buurt te verstevigen. Hierin is het gewoon heel erg belangrijk dat de kunstenaar daar voldoende autonomie heeft over zijn opdracht. Dat de opdracht niet zo nauw is ingevuld dat die wordt ingezet voor een ander doel.
Marc: Maar hoe ontwikkel je een gebied met behoud van autonomie voor de kunstenaar? Kun je daar een voorbeeld van geven?
Annemieke: We hebben het dus niet over branding, maar over marketing. En marketing is op doelgroep, op gebied, een bepaald doel willen bereiken. Geld verdienen, of een gebied ontwikkelen, of mensen aantrekken, kan van alles zijn. Dan had je in Amsterdam bijvoorbeeld, I Amsterdam. Daarvan heb ik bijvoorbeeld gezegd, nou ja, volgens mij past dat niet helemaal bij Rotterdam. Ik ga street artists vragen om op plekken in de stad die zij tof vinden, een beeltenis te maken die de vibe van Rotterdam weergeeft.
Geen opdracht verder over wat er daar moet staan. Laat je inspireren door die omgeving, wat jij belangrijk vindt. Dat zet wat in je muur. Het één ding moet je doen voor mij en dat is de slogan van Rotterdam erop zetten. Maar dat mag je ook doen op een manier zoals jij wil. Oh ja, en ik vroeg ook nog bij, het moet interactief zijn. Dus ik wil dat het uitnodigt om er iets mee te doen.
Zo hebben we twaalf werken door heel Rotterdam gemaakt met kunstenaars. In de binnenstad van Rotterdam hebben we een hele grote muur. Daar zaten soort van traptreden in de wand gemaakt voor glazenwassers om op te klimmen. En Daan Botlek heeft daar een waanzinnig kunstwerk gemaakt van allemaal witte mannetjes die omhoogklimmen. En Rotterdam Make It Happen erop geschilderd op zijn manier.
En allerlei mensen die daar langs lopen, bewoners, maar ook toeristen en weet ik het wie allemaal. Die klimmen dan op die trap en dan maken ze een fotootje van zichzelf. En dat ging dan de hele wereld over. Werd promotie. Op zo’n manier dat het wel een soort van echt was en geen gladde marketing. Dus dan is kunst een middel om de stad te promoten zonder de kunst aan te tasten.
Marc: En als bewoners er dan in gaan klimmen en foto’s van je gaan maken, dan een soort teken dat ze het cool vinden lijkt me.
Annemieke: Of gewoon, of gewoon lol hebben. Gewoon fun. Of het ziet er gewoon lekker uit. Of de omgeving is trots dat er iets moois op een muur is gekomen. Ja, er gebeurt ook wat met die omgeving op het moment dat je daar bezig bent.
Marc: Heb je enig idee wat dat doet voor mensen?
Annemieke: Het brengt mensen met elkaar in gesprek. Zorgt voor saamhorigheid, betrokkenheid. Het maakt mensen gelukkiger. Ook al zeggen ze bij de stemmingsronde, we willen dat werk er niet hebben. Dan als die er eenmaal staat, wat er gebeurt. Mensen die in gesprek, ik vind het een lelijk beeld, ik vind het een mooi beeld. Ik vind dit. Ja, het is zo onwijs belangrijk om gesprekken te hebben over dingen. Uiteindelijk verbindt het mensen. Ja, ik geloof dat kunst gesprekken tussen mensen op gang brengt. Andere gedachten, ik denk dat dat belangrijk is.
Marc: Dus juist daar waar het schuurt, daar wordt misschien zelfs wel de meerwaarde gecreëerd.
Annemieke: 100%. Maar dat zijn de moeilijkste plekken om het voor elkaar te krijgen.
Marc: En als het werken dan eenmaal staat en werkt, dan kan het kunstwerk allerlei interessante effecten hebben op de publieke ruimte en aan bezoekers.
Annemieke: Maar het is ongelooflijk waardevol. Vijf jaar geleden hebben we een uitvraag gedaan om met een voorstel te komen hoe je… Een plein of een plek die soms niet zo prettig wordt ervaren of waar dingen moeten gebeuren, om die te typeren met de bewoners, zonder dat het een soort van participatiekunst wordt. Dus als daar bijvoorbeeld op die plek blijkt dat er een speelobject mist, of een basketbalveld, of waterspuwertjes, of bomen, dan gaat de kunstenaar met die elementen aan de slag om daar een kunstwerk van te maken. Een 3D kunstwerk wat meerdere doelen dient.
Marc: Juist daar hebben ze in het Rotterdam van Annemiek bijzonder geslaagde ervaring mee. Onder andere wanneer ze een samenwerking aangaan met Cindy Bakker, een kunstenaar die werken maakt die vol de interactie aangaan met de ruimte waar ze voor bedoeld zijn.
Annemieke: Daar is de Splash uitgekomen van Cindy Bakker.
Marc: Dat was Cindy Bakker in samenwerking met Arttenders, toch?
Annemieke: Ja, en dat was een… ja, een zwembad geïnspireerd op David Hockney. Wat geen zwembad is, maar een plein met hele gave objecten. Dus je had een enorme gele duikplank. Een helemaal uitvergrote duikplank. En je had een enorm zwembad en het waren zitobjecten. We zouden hem één jaar daar laten. Eén jaar, heeft dat daar gelegen. Nou, dat was te gek. Er werden performances gedaan, buitentheaterdingen. Mensen zaten lekker te chillen, picknicken, whatever, van alles nog wat.
En toen hebben we na een jaar een poll gedaan in de omgeving. Want eerst was er ook best wel veel weerstand, hè. Want iedereen vindt dan, oh nee. En toen wilde degene die bewoner is in die onderneming, ze willen never, nooit meer dat ding daar weg.
Marc: Dus daar waar het schuurt, daar wordt het interessant. Maar hoe creëer je meerwaarde voor plekken waar mensen helemaal niet willen zijn? Een goed voorbeeld is het Radboudumc in Nijmegen. In een ziekenhuis dus. De semi-publieke ruimte. In het Radboud is onderlangs een enorme verbouwing geweest. En daar bleek ruimte voor de nodige kunst. Dat nog in aanbouw is. We gaan een kijkje nemen.
Waar staan we precies in het ziekenhuis?
Let: We staan in het ziekenhuis precies op de plek waar de oudbouw en de nieuwbouw in elkaar overgaan.
Marc: We luisteren naar curator Let Geerling, een meer ervaren opdrachtgever en directeur bouw René Bleeker. Nieuwe vleugel, en daarbij kwam de gedachte, daar hoort een kunstwerk bij.
René: Ja, op een gegeven moment hadden we het groen licht voor een nieuwbouw neer te zetten, maar daar hoort natuurlijk ook iets van kunst bij, een kunstobject, en hoe gaan we dat doen?
Marc: Hoe begint het proces dan?
René: Er is een wens om een kunstwerk te plaatsen.
Let: De wens die was er eerst eigenlijk niet, want er zou nieuwbouw komen en dan is de bouwzaken is met bouw bezig en met architectuur en vanuit zeg maar vanuit mijn functie als curator wil je natuurlijk gewoon dat dat doorgaat. En ja, mag ik nu wel eerlijk zeggen. Eigenlijk om die reden hebben wij ook René Bleeker uitgenodigd om in de kunstadviesraad zitting te gaan nemen. Dat we dachten van nou, dan komt ie, dan komt ie in ieder geval wat dichterbij. Want hij vond eigenlijk, we hadden hem wel eens een keer eerder iets van, kan je laten zien, vond ie eigenlijk een beetje eng. Al dat gefriemel en beetje al die rare structuur. En we dachten van ja, weet je, dat vinden mensen toch wel. Het kan mensen ook heel erg afschrikken.
Marc: René, had je enig idee dat je dus eigenlijk zo bespeeld bent?
René: Na verloop van tijd begon dat wel, dat lampje te dagen, ja, als we dat zo zeggen. Maar het is wel terecht. Het is, je moet wel, wat Let ook zegt, een groep enthousiaste mensen hebben die de meerwaarde van kunst zien in een zorgomgeving. Maar goed, hij staat er. Dus het is gelukt.
Let: Kijk. Kunst is geen medicijn en een ziekenhuis is geen museum. Niemand komt naar een ziekenhuis voor de kunst. Het is wel heel belangrijk, maar dat is gewoon het gegeven. En er zijn gewoon hele andere urgenties. En iedereen moet direct in oplossingen denken in een ziekenhuis. Dat is ook iets heel kenmerkends. En daar past het denken over dat je naar misschien een kunstwerk wil. Ja, dat is gewoon even helemaal niet aan de orde. Dus dat moet je echt zelf creëren.
Marc: Dan is de vraag, hoe essentieel is kunst in een ziekenhuis?
René: Het idee wat we hier zien, dat sloeg zo aan, namelijk omdat het een kunstwerk is met input van de mensen die hier werken, die hier niet willen zijn, namelijk onze patiënten, maar het is er wel.
Marc: Let waar kijken we naar?
Let: We kijken nu naar het kunstwerk van Tanja Smeets, de Glazen Tuin in opbouw. Tot op heden maakt ze altijd allerlei organische structuren die zeg maar tegen de architectuur of tegen zo’n pilaar op klauteren of klimmen. En nu maakt ze een ruimte. Waar je ook echt in kunt gaan.
Marc: Het werk van Tanja Smeets lijkt in de context van het ziekenhuis een extra laag te krijgen. Tijd om met de kunstenaar in gesprek te gaan. Hallo. Oh, jij bent, heel, pietepeuterig… Zo, en je hebt een heel team om je heen, Tanja.
Tanja: Ja, dit zijn allemaal mensen van Fiction Factory, die dus het hele staalgedeelte hebben ontwikkeld. Een superfijn team, daar ben ik heel blij mee.
Marc: Tanja, waar kijken we precies naar?
Tanja: Ja, we kijken dus naar inderdaad een stalen frame gevuld met ongeveer 750 glazen blokken.
Marc: En in een heleboel van die blokken zien we dus kleinere objecten zitten.
Tanja: Ja, dat klopt.
Marc: En hoe ben je aan die objecten gekomen?
Tanja: Deels dus gekregen van medewerkers van het ziekenhuis. Antieke spuiten en die verzameling tanden van tandheelkunde. Glazen ogen. Dat zijn er misschien een stuk of 40, 50. En de rest zijn eigenlijk allemaal mijn eigen kunstwerken en structuren. Maar die, je ziet eigenlijk… Soms ook dat verschil niet meer. Wat komt nou uit dat ziekenhuis en wat heb ik gemaakt in dat blok?
Marc: Ja.
Tanja: Maar altijd met de gedachte dat ze een soort van, wereld oproepen, die ook weer gerelateerd is aan deze plek. Er komen soms hier artsen langs en die zeggen, kijk ik daar nou naar longen? En dat vind ik heel mooi, want dit is een verkoperd aquariumplantje, op een gewoon takje. Maar ik vind dat, zij zitten natuurlijk daarin, maar ik denk als je er dan echt voor gaat staan, dan kan dat ook weer een beetje…
Marc: Ja, longen, longen en bomen, die gaan één op één zo’n beetje.
Tanja: Ja.
Marc: Hoe kom je dan van dat banale bouwblok tot hier?
Tanja: Ja, het is dus ooit begonnen dat ik werd gevraagd voor het nadenken over een eerste steenmoment, of ik daar iets voor kan maken. En toen was ik bij die architect en ik keek gewoon naar dat bouwblok. En toen dacht ik van, wat hebben die eigenlijk een spannende binnenruimte. Ze worden gebruikt in de architectuur, maar daarbinnen zou je ook heel erg goed iets kunnen laten groeien.
En toen dacht ik… Nou dat is eigenlijk wel heel mooi om iets mee te doen voor dat eerste steenmoment. En toen heb ik in twaalf van die stenen, ook met gebruikmaking van, objecten uit het ziekenhuis, heb ik werken laten groeien, zeg maar. En… ja, toen keek ik daarnaar en toen dacht ik, nou, ik vind dit prima als een werk voor zo’n eerste steenmoment. Maar als kunstwerk wil ik er iets heel anders mee.
Dit wordt pas spannend als het echt een caleidoscoop kan gaan worden. Dus dat je verdubbelingen krijgt, dat je erin kan staan, dat je een soort lenzen creëert. Dat je er kleur in gaat brengen en dat je herhalingen laat ontstaan van de structuren die daarin groeien. En… dat je echt kan gaan dwarrelen, dwalen, erin zijn met je ogen, als een soort ogentroost. Dus meteen bij dat aanbieden had ik zoiets van, ja, maar dit is niet het uiteindelijke werk, daar moeten we echt mee aan de slag. En mijn idee was continu om het blok eigenlijk als maat te gebruiken en eigenlijk daar steeds in te gaan stapelen.
Dus dat is ook weer een groeiende structuur, als het ware. En dat is in al mijn installaties eigenlijk heel belangrijk. Dat je het gevoel hebt van, neemt het nou het gebouw over? Komt het daar ook weer? He, dat je het gevoel hebt van, ook die structuur kan verder gaan.
Marc: Wat hoop je dat, dat het kunstwerk uiteindelijk gaat betekenen?
Tanja: Nou, ik moet je zeggen, van wat ik deze weken hier heb meegemaakt, hè, met de verhalen, met mensen, dat je even zo heel dichtbij daar, daarbij bent. Ja, dat betekende voor mij wel veel. Dat heb je ook niet altijd als je in de openbare ruimte aan het werk bent. En mensen gaan dus ook vertellen. Hè, niet zozeer wat er aan de hand is, maar wel dat ze vaker terugkomen, dat ze dat niet leuk vinden, maar dat ze het wel heel fijn vinden dat ze hier iets hebben om naartoe te gaan. Als, als het op die manier gaat werken, dan klopt dat helemaal met wat ik altijd wilde.
Marc: Ja en kun je dat eens vertellen?
Tanja: Ja, ik had wel heel erg zoiets, het is echt een, een plek waar je aan wilt, wil ontsnappen. Je wil hier gewoon niet zijn, je wil weg, en dat gaat niet. Iedereen zit echt met zorgen en spanning en stress. Dus ik heb altijd gedacht van, als je dat nou kan maken, een plek waar je helemaal in kan vertoeven, waar je in kan blijven, waar je even met je hoofd eigenlijk naartoe kan. Dus dat vind ik wel bijzonder. Ik hoop dat.
René: Een van de zes thema’s die we hebben in onze design guidelines, is de verwondering. En dat vinden we belangrijk opgeschreven als een ontwerpuitgangspunt. Dus je moet hier en daar verwonderd raken als je in onze gebouwen loopt. Het is natuurlijk een prachtig voorbeeld van verwondering. En je ziet het nu al, nu het in opbouw is. Want onze medewerkers en patiënten die staan stil, die kijken, en die zeggen, wat ben je aan het doen hier, je ziet het dus nu al gebeuren, terwijl het nog niet eens af is.
Marc: En dan beginnen kunst en de publieke ruimte dus op elkaar te reageren, en zich op een wonderlijke manier met elkaar te verstrengelen. De kunst verzacht, verandert of prikkelt de ervaring die we hebben met de oorspronkelijke functie of beleving van een ruimte, zoals het ziekenhuis.
Let: Maar de belangrijkste reden waarom wij kunst voor het ziekenhuis heel essentieel vinden, is dat kunstenaars in staat zijn om bestaande zienswijze te kantelen. Die andere perspectieven in het ziekenhuis brengen door kunstenaars hier op locatie te laten werken, is zowel voor patiënten heel erg belangrijk en voor medewerkers. Het brengt mensen echt tot andere inzichten en andere manieren van kijken. En dat is heel hard nodig in deze tijd.
Marc: De meerwaarde van kunst in de publieke ruimtes is heel divers en kan mensen zowel vreugde, verwondering als troost bieden. Een prachtig voorbeeld van het belang van goed opdrachtgeverschap. Juist op plekken waarbij je er niet altijd bij stilstaat dat kunst een mogelijkheid is. Mocht je geïnteresseerd zijn geraakt en wel een plek kennen die waar een gezonde dosis kunst kan gebruiken, neem dan contact op met Bonnie. Of een van haar collega’s om samen de mogelijkheden te verkennen. Bonnie, waar kunnen we terecht?
Bonnie: Dan kun je natuurlijk altijd naar ons website gaan. www.mondriaanfonds.nl. Kijk dan onder het kopje regelingen en zoek daar Kunst Opdracht. Als die informatie je niet duidelijk is, dan kan je natuurlijk altijd ons bellen of ons mailen. Dan begeleiden we je door zo’n aanvraag heen.
Marc: Dit was de Mondriaan Fonds podcast over de Kunst Opdracht. Dank voor het luisteren en volg ons gerust op onze sociale kanalen. Vergeet ons niet te volgen op sociale media en abonneer je op onze nieuwsbrief zodat je altijd op de hoogte bent. Heb je nog een prangende vraag? Laat het ons weten op pbzzhavpngvr@zbaqevnnasbaqf.ay.