Essays

Post-propaganda

Uitgangspunt van Jonas Staal's betoog is de diepgewortelde relatie tussen het kunstinstituut en de politiek, een relatie die door beide partijen ontkend wordt. Het kunstinstituut weigert daardoor zijn vermeende autonomie ter discussie te stellen en zijn functioneren te beschouwen vanuit politiek-ideologische belangen. Omgekeerd weigert de politiek haar onhoudbare neutrale positie ten opzichte van de kunsten op te geven, en blijft zij - ondanks vergaande directe financiële en inhoudelijke bemoeienis - het ideaal van een ‘vrije’ en ‘onafhankelijke’ kunst in stand houden. Daarmee ontkent de politiek haar directe verantwoordelijkheid en macht als feitelijke opdrachtgevers van het kunstinstituut. Een centrale vraag in het essay is wat nu precies de politieke belangen zijn die bemoeienis met de kunsten voortbrengt, en, daaraan gekoppeld: hoe functioneert de beeldende kunst vandaag de dag als propaganda-instrument van de politiek? Wat zijn de ideologische grondslagen die de hedendaagse kunst een gezicht moet geven?

 

Jonas Staal wil met dit manifest de discussie over kunst en politiek verder aanzetten en pleit daarbij voor een wezenlijk gepolitiseerde kunst en een artificatie van de politiek. Zijn doel is beide partijen te verplichten zich de macht over de vorming, beleving en uitvoering van de democratie weer publiekelijk toe te eigenen en deze uit te dragen.

Het essay Post-Propaganda is geschreven door beeldend kunstenaar Jonas Staal, als derde deel van de essayreeks van het Fonds BKVB (tegenwoordig het Mondriaan Fonds).

auteur: Jonas Staal
design: Stout/Kramer, Rotterdam
2010 / ISBN 978-90-76936-22-2 / € 15